De Magna Carta: het prototype van de grondwet

Vele landen kennen tegenwoordig een grondwet. Zo werd in 1814 de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden van kracht en de Belgische grondwet trad achttien jaar later in werking. Een grondwet bepaalt de grondrechten van de desbetreffende staat en haar staatsinrichting, maar behelst ook een groot aantal rechten en vrijheden voor de burgers. Hieronder vallen bijvoorbeeld het stemrecht, de vrijheid van meningsuiting, het recht op huisvesting en de vrijheid van eredienst.

Herzieningen

Reeds in de 18e en 19e eeuw is door vele landen de grondwet aangenomen. Deze grondwetten zijn in de loop der jaren verscheidene keren herzien en aangepast. Na de invoering van het stemrecht (voor mannen) werd later bijvoorbeeld ook het vrouwenkiesrecht van kracht. Dit werd door vele vrouwen beschouwd als een mijlpaal in de geschiedenis en een taart bestellen was dan ook niet ongewoon: deze zege moest immers gevierd worden! Tevens is de doodstraf in de loop der jaren in vele landen afgeschaft. Momenteel wordt de grondwet in diverse landen aangepast in verband met de huidige milieuproblematiek: duurzame ontwikkelingen behoren tegenwoordig tot een van de primaire beleidsdoelstellingen van de de meeste staten.

Grote Oorkonde

De huidige grondwetgevingen zijn echter te herleiden tot een handvest uit het jaar 1215: de Magna Carta, letterlijk vertaald als de ‘grote oorkonde’. Het document bevatte een aantal bepalingen over (politieke) vrijheden. Het kwam erop neer dat de macht van de toenmalige Engelse koning John zonder Land aan banden werd gelegd. Deze koning werd er namelijk van beticht zijn macht te misbruiken en werd daarom gedwongen de Magna Carta te ondertekenen. De vrijheden van de koning werden op deze manier ingeperkt, terwijl de vrijheden van de burgers groter werden. Na de ondertekening van het handvest vonden hervormingen van wetgeving en rechtspraak plaats. De koning werd geacht zich aan deze nieuwe regels te houden.